In de paragraaf Lokale heffingen bieden wij inzicht in het beleidskader rond de lokale heffingen, de soorten heffingen, de tarief- en kostenontwikkeling, de lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid.
In december 2021 stelt de gemeenteraad de tarieven vast met ingang van 1 januari 2022. Naast de voorgestelde prijsindexering van 1,4% (conform prijsmutatie van het Bruto Binnenlands Product in
septembercirculaire 2020) worden tevens wijzigingen in wet- en regelgeving in de verordeningen verwerkt.
Overhead
Bij de heffingen worden de overheadkosten extra-comptabel toegerekend. In 2022 is het overheadtarief € 40 per uur.
De overhead berekenen we alleen over het aantal uren dat wordt toegerekend aan de activiteit. Daarom is in de kostenoverzichten van deze paragraaf geen sprake van een vaste verhouding tussen de totale kosten op het taakveld en de overhead.
Perceptiekosten
De lasten van de DVO Belastingsamenwerking worden doorberekend op basis van aantal bezwaren/beroepen en aanslagregels. Voor de berekening wordt het totaalbedrag van de belastingsamenwerking verminderd met de kosten voor bezwaren/beroepen per gemeente. Het restant wordt op basis van het aantal aanslagregels verdeeld.
BTW-Compensatiefonds
De gemeente mag bij bepaling van de kostendekkendheid de geraamde BTW meenemen (op basis van artikel 229b, lid 2b Gemeentewet). De reden hiervan is dat vóór de invoering van het BTW-compensatiefonds (BCF) dit ook toegestaan was en de gemeente bij de invoering van het BTW-compensatiefonds anders een niet bedoeld inkomstenverlies zou hebben geleden.
Het BTW-compensatiefonds wordt gevoed vanuit het Gemeentefonds. Vanuit het Gemeentefonds heeft dus al een verlaging van de Algemene Uitkering plaatsgevonden. De in het tarief betrokken compensabele BTW vormt dus een vergoeding van inkomensverlies veroorzaakt door de verlaging van het gemeentefonds door de uitname van de compensabele BTW.